Voorraadaantasters
Verschillende insecten kunnen de voorraden binnen bedrijven aantasten. Er is hierbij een verschil tussen “vliegen” en “kever” soorten.
De algemene stelregel geldt dat er gezorgd moet worden voor een goede hygiëne, schoonmaak, afdekken van voorraden, bouwtechnische maatregelen, ventilatie en de juiste opslagtemperaturen.
Vliegende insecten kunnen worden weggevangen met insectenlampen of vallen.
Kevers kunnen meestal weggehaald worden door het vernietigen of behandelen van aangetaste voorraden.
De volgende voorraadaantasters komen voor in bedrijven:
Fruitvliegen
Fruitvliegen komen voor in rottende, gistende massa’s of vergeten voerplaatsen waar zich nog restanten bevinden. Vers, gaaf fruit wordt niet aangetast.
Fruitvliegen verontreinigen fruit –en groenteproducten. Ook kunnen zij door de grote aantallen hinderlijk zijn.
Motten
De larven leven van allerlei plantaardige materialen, zoals cacao, meel, zemelen, havermout, granen, noten of gedroogde vruchten. De eitjes worden op de voedingsmiddelen gelegd. De volwassen insecten leven er niet van.
De larven verontreinigen de voedselproducten. Ook kunnen ze het meel “samen spinnen” wat voor verstoppingen kan zorgen.
Mijten
Mijten komen voor op producten van plantaardige en dierlijke afkomst. Zij leven bij voorkeur bij een temperatuur > 25°C en een hoge luchtvochtigheid van > 70%.
Mijten zorgen er voor dat de kwaliteit en/of waarde van de voorraadproducten verminderd. Dit vanwege de vervuiling die ze veroorzaken.
Bij twijfel over de aanwezigheid van mijten kan een beetje meel gladgestreken worden. Wordt dit meel na verloop van tijd weer ruw dan is dit een aanwijzing voor mijten.
Vleesvliegen
Vleesvliegen kunnen de geur van rottend vlees al op kilometers afstand ruiken.
De vrouwtjes leggen de eieren op rottend vlees. Van de vleesvliegen komt vooral de blauwe vleesvlieg voor in gebouwen.
Alle vleesvliegen kunnen pathogenen en virussen verspreiden. Ook verontreinigen zij vlees en vleesproducten.
Broodkever
De larven van de broodkever voeden zich met allerlei harde, droge zetmeelhoudende producten, zoals macaroni, bouillonblokjes, hondenbrokjes en kattenbrokjes.
De larven boren zich door de voedingsmiddelen heen naar buiten. En laten ronde gaatjes achter. Ook boren zij zich door eventuele verpakkingsmaterialen heen.
De broodkevers zorgen voor een vermindering van de kwaliteit van de producten.
Smalkevers
Deze kevers voeden zich met granen en noten, maar komen ook voor in gedroogd fruit. Deze producten worden alleen aangetast als er al andere voorraadaantasters aanwezig zijn. Als partijen sterk zijn aangetast zijn ze ongeschikt voor consumptie.
Klanders
Klanders leggen hun eieren in een graan, rijst of maïskorrel. De larve vreet de korrel leeg en verpopt zich in het omhulsel van de korrel. Hierdoor tast een klander de voorraad aan. Bij grote aantallen kan de temperatuur van de voorraad stijgen. Hierdoor kunnen schimmels gaan groeien.
Meeltor
De meeltor heeft een voorkeur voor enigszins vaste stoffen, zoals meelspijzen en bakkerijproducten. Meeltorren kunnen schade veroorzaken in langdurig opgeslagen voorraden meelproducten. Mits deze voorraden opgeslagen zijn onder vrij vochtige omstandigheden.
Rijstmeelkevers
Rijstkevers leven van plantaardig voedsel, zoals meel, brood, koekjes, macaroni en gedroogde vruchten. Ook komen zij voor in kruiden en chocolade. De rijstmeelkevers ontwikkelen zich niet bij een temperatuur <20°C.
De kevers leven tussen de opgeslagen voorraden. In lege opslagcellen leven zij van de restanten die bijvoorbeeld in naden en kieren zijn achtergebleven.
Overige hinderlijke insecten.
Mieren
Mieren zijn zeer hinderlijk en ongewenst. Zij kunnen bacteriën overbrengen en op deze wijze soms producten aantasten.
Door levensmiddelen goed af te sluiten en een goede hygiëne en schoonmaak te hanteren worden mieren voorkomen.
Naast de gewone mieren komt in Nederland steeds vaker de faraomier voor. Deze mieren zijn veel kleiner dan de inheemse soorten. En laten zich moeilijker bestrijden.
(Kamer)vliegen
Vliegen kunnen ziektes verspreiden door hun poten, monddelen en haren. Maar ook via hun uitwerpselen. De larven ruimen mest en afval op. Ook worden eitjes gelegd op bijvoorbeeld vlees.
Door een goede hygiëne, afgesloten voorraden, een lage temperatuur en vliegenlampen wordt de overlast door vliegen sterk beperkt.
Kakkerlakken
Algemene kenmerken
De meest voorkomende kakkerlak is de Duitse kakkerlak. De Duitse kakkerlak is duidelijk te onderscheiden door 2 zwarte lente strepen op het borstschild.
De Duitse kakkerlakken komen vooral voor op donkere, vochtige en warme plaatsen. Denk hierbij aan koelkasten, keukenkastjes, putjes en kookeilanden.
De Duitse kakkerlak voedt zich met zoete producten, koolhydraten, levensmiddelen, dode dieren en afvalstoffen. Bij een gebrek aan voedsel wordt ook papier gegeten.
- De Duitse kakkerlak kan tot 40 dagen overleven zonder voedsel.
- Een Duitse kakkerlak leeft ongeveer 6 maanden.
- Vrouwelijke kakkerlakken kunnen een eipakket hebben met daarin gemiddeld 30 eitjes. De ontwikkeling van ei tot kakkerlak duurt circa 2 maanden bij 25°C.
- De optimale temperatuur is 30°C.
Andere minder voorkomende kakkerlakken zijn:
- Amerikaanse kakkerlak (leefwijze als de Duitse kakkerlak).
- Australische kakkerlak (alleen in warme en vochtige omgevingen als tropische kassen).
- Bruinband kakkerlak (leeft vooral van zetmeelhoudende producten en bij een hogere temperatuur van circa 30°C).
- Oosterse kakkerlak (leeft vooral van zetmeel en zoete producten. In een vochtige omgeving).
- Surinaamse kakkerlak (leeft vooral in warme en vochtige omgevingen als tropische kassen).
Schade
Kakkerlakken kunnen met hun uitwerpselen ziekteverwekkers als Salmonella overbrengen op levensmiddelen en verpakkingen. Bij grotere aantallen is er ook een kans op onaangename geuren.
Voorkomen
Kakkerlakken komen meestal de bedrijven binnen door verpakkingen die meermaals gebruikt worden. Een goede controle voorkomt een interne besmetting.
Daarnaast is het van groot belang een goede hygiëne te hanteren. Onttrek mogelijke voedselbronnen, zorg voor een goede ventilatie, afdichten van kieren en naden en het voorkomen van mogelijke schuilplaatsen.
Bestrijding
De kakkerlakken kunnen bestreden worden met lijmvallen als het om kleine hoeveelheden gaat. Ook kunnen de lijmvallen gebruikt worden voor de inventarisatie van de besmettingsgraad.
Bij een grotere besmetting is een bestrijding noodzakelijk door een specialistisch bedrijf. Bij de bestrijding kan gebruik gemaakt worden van een residueel middel in de vorm van druppels. Of er kan gekozen worden voor het spuiten van een residueel middel.
Gerelateerde artikelen
Veel klanten en bezoekers van deze pagina 'Voorraadaantasters, insecten: ongediertebestrijding' bekeken ook de onderstaande artikelen en handleidingen: